Het mimetische in de kunst betreft de verhouding tussen het kunstwerk en de werkelijkheid.

Mimesis (nabootsing) betreft allereerst de verhouding tussen het kunstwerk en de fysieke, zintuiglijk waarneembare werkelijkheid. Nabootsing duurt in de Westerse canon van de beeldende kunst al ontelbare eeuwen lang en heeft in de Noordwest-Europese cultuur vanaf 15000 v. Chr. (volgens recentelijk als alleroudst gedateerde grotschilderingen in Altamira) tot aan Bernini

Zodra de mens weergeeft wat in de zintuiglijke waarneembare wereld kan worden aanschouwd kiest hij de eerste, oudste en meest leerzame manier, nl. de nabootsing, met in de laatste vier eeuwen als toonaangevend oogmerk de perfectionering van de weergave.

Volgens een onder het publiek nog immer populaire opvatting is de essentie van kunst dan ook vooral gelegen in haar vermogen tot nabootsing van de fysieke werkelijkheid en moet de afbeelding een natuurgetrouwe weergave zijn van het origineel, zoals ook Isamu Nogushi aanvankelijk meende.
Deze visie heeft in de afgelopen anderhalve eeuw aan kracht ingeboet en wordt heden ten dage bestempeld als naïef realisme, aangezien zelfs het meest realistische kunstwerk niet in staat blijkt tot een objectieve weergave van de fysieke werkelijkheid.
‘Werkelijkheid’ betekent namelijk méér dan wat ons net- en trommelvlies bereikt. Breiden wij het begrip ‘werkelijkheid’ daarom uit tot zowel haar innerlijke realiteit (de singuliere belevingswereld) alswel haar (kunst)historische en sociaal-maatschappelijke contexten, welke niet zozeer de wereld betreffen zoals die is, maar zoals die zou kunnen of zou moeten zijn, dan is ook daar sprake van mimesis.

0 Comments:
Een reactie posten
<< Home