Wetenschap en kunst
In de jaren ’60 van de vorige eeuw begon de beeldende kunst zich te bedienen van een terminologie die sinds Newton aan de wetenschap wordt ontleend.
Uit die periode komt het tweehonderd jaar later in vrijwel alle kunstdisciplines toegepaste begrip ‘onderzoek’ voort.
Nu bestaan er immense verschillen tussen wetenschap en kunst.
Daarom is het maar helemaal de vraag of een begrip als ‘onderzoek’ zomaar kan worden getransponeerd naar enige theorievorming over de beeldende kunsten.
Immers, aan wetenschappelijke theorieën worden als algemene regel drie eisen gesteld, t.w.: de betreffende theorie moet simpel, eenvoudig en elegant zijn, zij moet ook in het licht van nieuw onderzoek overeind kunnen blijven en zij moet nieuwe verschijnselen kunnen voorspellen.
Kom bij de kunsten maar eens om zulke criteria!
Naar traditie grenst de wetenschap onderzoeksobjecten af, stelt hypothesen op, bepaalt methoden van onderzoek en evalueert conclusies. Onderzoek in zowel de zuivere als de afgeleide (natuur)wetenschappen beoogt een cumulatie van bevindingen, die tot stand komt doordat de volgende wetenschapper het werk van de voorgaande bestudeert, onderzoekt en erop voortbouwt.
En tenslotte kunnen in de wetenschap conclusies weerlegd worden.
Koelbox
Bedenk hierbij dat overal ter wereld héél veel wetenschappers samen met heel veel vakgenoten naar hetzelfde orthogonale deelgebied in de natuur kijken. En ongeacht wat ook maar hun gemeenschappelijke aandachtsveld bepaalt, ieder onderzoek leidt eerst tot geïntensiveerd kijken, beschrijven en van gedachten wisselen, vervolgens tot het formuleren van een gemeenschappelijke veronderstelling, daarna tot een empirisch (proefondervindelijk) onderzoek naar de houdbaarheid daarvan, vervolgens tot een analyse van de opgedane resultaten en tenslotte tot een vergelijk met al hetgeen aangaande de veronderstelling al eerder werd gedacht en geschreven.
En tenslotte kunnen alle bevindingen uit het betreffende onderzoek in hun samenbrenging eventueel aanleiding geven tot conclusies die het algemeen noodzakelijke zodanig beschrijven dat het zich voortaan laat voorspellen.
Als er, zoals de Europese Verlichtingsperiode ooit proclameerde en ingezet met Renée Descartes, enige hoop bestaat op werkelijke vooruitgang aangaande het leren kennen van de ons omringende natuur, dan wordt die hoop alleen langs de hierboven omschreven weg vervuld.
Uit die periode komt het tweehonderd jaar later in vrijwel alle kunstdisciplines toegepaste begrip ‘onderzoek’ voort.
Nu bestaan er immense verschillen tussen wetenschap en kunst.
Daarom is het maar helemaal de vraag of een begrip als ‘onderzoek’ zomaar kan worden getransponeerd naar enige theorievorming over de beeldende kunsten.
Immers, aan wetenschappelijke theorieën worden als algemene regel drie eisen gesteld, t.w.: de betreffende theorie moet simpel, eenvoudig en elegant zijn, zij moet ook in het licht van nieuw onderzoek overeind kunnen blijven en zij moet nieuwe verschijnselen kunnen voorspellen.
Kom bij de kunsten maar eens om zulke criteria!
Naar traditie grenst de wetenschap onderzoeksobjecten af, stelt hypothesen op, bepaalt methoden van onderzoek en evalueert conclusies. Onderzoek in zowel de zuivere als de afgeleide (natuur)wetenschappen beoogt een cumulatie van bevindingen, die tot stand komt doordat de volgende wetenschapper het werk van de voorgaande bestudeert, onderzoekt en erop voortbouwt.
En tenslotte kunnen in de wetenschap conclusies weerlegd worden.
Koelbox
Bedenk hierbij dat overal ter wereld héél veel wetenschappers samen met heel veel vakgenoten naar hetzelfde orthogonale deelgebied in de natuur kijken. En ongeacht wat ook maar hun gemeenschappelijke aandachtsveld bepaalt, ieder onderzoek leidt eerst tot geïntensiveerd kijken, beschrijven en van gedachten wisselen, vervolgens tot het formuleren van een gemeenschappelijke veronderstelling, daarna tot een empirisch (proefondervindelijk) onderzoek naar de houdbaarheid daarvan, vervolgens tot een analyse van de opgedane resultaten en tenslotte tot een vergelijk met al hetgeen aangaande de veronderstelling al eerder werd gedacht en geschreven.
En tenslotte kunnen alle bevindingen uit het betreffende onderzoek in hun samenbrenging eventueel aanleiding geven tot conclusies die het algemeen noodzakelijke zodanig beschrijven dat het zich voortaan laat voorspellen.
Als er, zoals de Europese Verlichtingsperiode ooit proclameerde en ingezet met Renée Descartes, enige hoop bestaat op werkelijke vooruitgang aangaande het leren kennen van de ons omringende natuur, dan wordt die hoop alleen langs de hierboven omschreven weg vervuld.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home